In 2013 won ze De Nieuwe Lichting met haar schoolband Soldier’s Heart, daarna ging ze solo. Vier jaar geleden speelde ze op Vama Veche voor twee man en een paardenkop, nu heeft haar hit ‘Walk Walk’ een miljoen luisteraars op Spotify. Sylvie Kreusch werd razendsnel een solo-artieste van formaat, met Werchter en Pukkelpop op de agenda, een MIA in de kast én een geprezen debuutalbum. ‘Montbray’ is een hypnotiserend relaas van een stukgelopen relatie. “De godganse rollercoaster: verdriet, wraak, woede, maar ook liefde en verrukking. Geen kat zit te wachten op een volledig jankalbum.”
Je solocarrière nam een vliegende start. ‘Montbray’ werd de hemel in geprezen als debuutalbum. Had je dat verwacht?
Sylvie: “Ik verwachtte niets. Omdat ik al zo lang in deze wereld zit, weet ik hoe het gaat. Chance is bijvoorbeeld een grote factor: op het juiste moment met de juiste nummers afkomen. Soit, omdat ik niets verwacht had, ben ik ook heel blij. Zo veel luisteraars, concertgangers, grote festivals… Onwerkelijk.”
Begin mei sleepte je met ‘Montbray’ een MIA in de wacht voor ‘Beste Artwork.’ Een innige omhelzing, een man zonder hoofd, en iets wat lijkt op een vagina. Wat zit daarachter?
“(lacht) Stef Van Looveren heeft de albumhoes gemaakt. Hen had de kop van het mannenbeeldje gehaald, en plots zat er een verhaal achter. “Wacht eens efkes,” zei ik. En hops, de man was onthoofd. Het is een mooie reflectie van ‘Montbray’: in de liefde kan iemand zijn gezicht of mind verliezen. De omhelzing gaat ook over in een zee van bloed. Het is een combo van romantiek en humor. De overdreven dramatiek geeft het iets grappigs, vind ik.”
Ook in je muziek is die combo te horen. In All of Me zing je op een gemoedelijk deuntje: “Crying on my shoes and all, give me back my dignity.”
“Hoe gaat die zin weer? Ik moet dat zingen en pas dan komt het. Give me back my dignity, or why not take it all of me? Dat is ‘t! (lacht) Ja, inderdaad. Ik heb die teksten zo dramatisch mogelijk gemaakt. Je voelt het ook zo hé, op dat moment. Achteraf is het altijd een beetje grappig om op terug te kijken. Ik wilde alleszins die wanhopige teksten schrijven, in alle naaktheid en eerlijkheid, om ze zodanig te dramatiseren dat zelfspot onvermijdelijk werd.”
Met mijn vriendinnen een voodoo-ritueel uitvoeren op die gast. Creepy? Een beetje. Maar vooral krachtig en sexy
- Sylvie Kreusch over haar debuutalbum
Die lyrics staan in contrast met ‘Walk Walk’, je grootste hit van ‘Montbray’. Blaffende honden en een hoopvol verhaal: “Good signs are here, I can feel them, a change of the season.” Het nummer heeft intussen een miljoen luisteraars op Spotify.
“Serieus? Een miljoen? Amai, als je die allemaal samen ziet. Da’s eigenlijk wel… veel hé? (lacht) Ja, ‘Walk Walk’ heeft een ander sentiment: je wandelt weg uit de miserie en alles komt wel goed. Dat hoort bij die rollercoaster na een relatiebreuk, toch? Sommige dagen komt de zon niet op, andere dagen is de zon van jou. Dat zorgt ook wel voor variatie in mijn album. Er is verdriet, woede en wraak, maar ook hoop. Dat maakt het album enigszins verteerbaar, maar vooral ook eerlijk. Als elk nummer in een “bluh so sad”-toestand zit, is het niet alleen saai, maar ook onwaar. Gemengde, verwarrende, groteske gevoelens – dat hoort er allemaal bij.”
Je spreekt over wraak en woede. Je muziek wordt wel eens ‘bezwerend’ genoemd. Je vroegere tracks zoals ‘Please to Devon’ of ‘Seedy Tricks’ hebben diezelfde duistere sfeer. Ook in je debuutalbum weergalmen die klanken. Zo verwerk je in verschillende nummers een omgekeerde melodielijn. Wat was de bedoeling daarvan?
“Ik ben op die omgedraaide vocals gestoten toen ik aan ’t prullen was met mijn demo’s. Ik was direct betoverd. ‘Haunting Melody’, dé wraak-song, is erop gebaseerd. In mijn hoofd doen mijn vriendinnen en ik voodoo op die gast. Creepy? Een beetje. Maar vooral krachtig en sexy. De vloek eindigt met “It’s you, motherfucker, who’s lonely now?”. Dat is humoristisch bedoeld, maar ook de ultieme wraakboodschap: jij gaat alleen eindigen, je bent vervloekt. (lacht)”
In die vervloekte voodoo-gast wordt Maarten Devoldere herkend, de frontman van Balthazar. Tijdens jullie vijfjarige relatie boekten jullie als duo succes met Warhaus. Momenteel bekleed je ook het voorprogramma van Balthazars ‘Sand’-tour. Hoe gaat dat?
“Onze breuk is intussen drie jaar geleden. Ik heb ontdekt dat het helpt om er een album over te schrijven. (lacht) De lyrics zijn niet altijd lief voor Maarten, het heeft even geduurd voor hij durfde te luisteren naar ‘Montbray’. Maar nu is hij er fan van! Gelukkig, want hij hoort het bij elke Balthazarshow vanuit de coulissen. Ik speel in zijn voorprogramma, hij komt ook voor in mijn videoclip van ‘Let It All Burn’. Eigenlijk wil ik daarmee ook een boodschap van vergiffenis uitsturen.”
Zoals Jezus?
“(lacht) Goh. Van woede word je bitter. Het vreet energie, meer nog dan pakweg verdriet. In het begin kan boosheid wel een beetje helpen, hé. Maar erna is het zo belangrijk om dat te kunnen loslaten. En dat heb ik bij Maarten wel gedaan.”
Hij gelooft dat er ooit een Warhaus-reünie komt. Jij ook?
“Niet echt. Warhaus is Maartens verhaal. Omdat we samen waren en woonden, klopte dat. Ik was betrokken in zijn muziek en zijn leven. Dat was mooi, maar nu ben ik gefocust op mijn solocarrière. Ik wil niet terug op de achtergrond staan bij zijn projecten. We hebben wel beginnende plannen over een nieuw concept dat van ons beiden zou zijn. We weten nog niet hoe we het zouden noemen, maar alleszins niet Warhaus.”
De verhitte break-up met Maarten had me overvloedig inspiratie bezorgd, ik wist exact wat ik wou schrijven.
- Sylvie
Tranen op de boerenbuiten
‘Montbray’ verwijst naar het gelijknamige dorpje in Normandië met amper 300 inwoners. Daar was je op retraite terwijl je het album schreef. Wat moeten we ons voorstellen bij dat proces?
“Puur genieten. Corona was net begonnen, lees: veel tijd, weinig e-mails, geen druk. Niemand werkte, hé, zelfs de platenlabels niet. Ik zat op mijn gemak op de boerenbuiten mijn album te maken en mijn verdriet te verwerken. De verhitte break-up met Maarten had me overvloedig inspiratie bezorgd, ik wist exact wat ik wou schrijven.”
Blijft er nog break-up over voor een volgende plaat?
“Nu het allemaal verwerkt en bezonken is, denk ik vaak: oh my god, wat nu? Ik ben gelukkig en verliefd, wie zit daar in godsnaam op te wachten? Mensen willen troost, geen zeemzoete liefdesliedjes. Goed, die hardnekkige overtuiging domineert natuurlijk niet, hoor. Volgens mij kunnen blije nummers evengoed troost bieden. Toch valt het me zwaar om begeestering te vinden in geluk.
Nieuwe muziek maken komt sowieso traag op gang bij mij. Oké, welk plekske? Waar zit ik graag? Hier? Of toch niet? (lacht) Het schrijfproces zelf voelt alsof ik opnieuw moet leren fietsen. Telkens van nul beginnen en mezelf heruitvinden. Die zoektocht jaagt me de stuipen op het lijf. Ik ben die fase nu aan het doorlopen, deels door het succes van ‘Montbray’. Door al het optreden raak ik mijn muziek beu, het glipt ook steeds meer tussen mijn vingers. Die muziek is precies niet meer de mijne. Daardoor krijg ik goesting en inspiratie om terug aan het schrijven te slaan.
De festivalzomer zal er ook wel vaart achter steken. Tijdens corona werd ik alleen met eigen werk geconfronteerd, maar het is inspirerend om anderen bezig te zien. Als ik een zot optreden heb gezien, zeg ik direct: wow, fuck, sorry, ik moet naar huis, ik moet gaan werken, ik moet schrijven. (lacht)”
Zomerhigh
Welke artiesten zullen jou deze zomer geïnspireerd naar huis sturen?
“Nick Cave! We spelen op dezelfde Werchterdag. Verder heb ik de programma’s nog niet goed bekeken. Tegenwoordig is er veel dat ik niet ken, hoor. In elektronische muziek ben ik bijvoorbeeld niet thuis. Ik haal mijn inspiratie ook niet per se bij één iemand, maar bij iedereen een beetje. Nina Simone, Grace Jones, Aldous Harding…”
Lana Del Rey?
“Yes! Zij heeft voor mij de beste classics geschreven, zeker in haar recente albums (‘Blue Banisters’, ‘Chemtrails over the Country Club’,…). Onze stemkleur wordt soms vergeleken, ook houden we van dezelfde soort romantische, filmische muziek. Bij haar is dat wel Amerikaanser en destructiever, drugs- en geweldgewijs. (lacht) Ook Dua Lipa deed mijn mond openvallen: een megaster, supercommercieel, die het Sportpaleis naar een hoger niveau tilt… Gestoord!”
Deze zomer sta je zelf op Werchter, Pukkelpop én Dour, om even drie kleppers te noemen. Zie je het zitten?
“Iedereen hoopt altijd wel op één groot festival hé. Werchter of Pukkelpop. Ongelooflijk dat ik ze gewoonweg allemaal binnenhaalde, de hele zomer is gevuld met festivals. Ik hou ervan om in die optreden-high gezogen te worden. De drukte is ook geen probleem, in tegendeel: twee rustige weken? Daar word ik mottig van. (lacht)”
Ook Cactusfestival in Brugge staat op het menu. Zelf zag ik je voor het eerst optreden in Brugge, op Vama Veche 2018, voor een handvol mensen. Nu zijn dat volle zalen.
“Oh… Vama Veche! (lacht) Zo grappig. Ik heb mijn lief daar ontmoet. Hij lacht daar soms mee – optreden over de middag voor een paar mensen, terwijl de kinderen rondkruipen op de grond. Er is inderdaad veel veranderd. Van twee man en een paardenkop naar volle zalen en festivalweides. Ik heb er in elk geval van genoten en ben benieuwd wat de toekomst nog zal brengen.”
LAURE VAN HIJFTE & EMMANUELLE BASTIAENSSEN
Laure Van Hijfte en Emmanuelle Bastiaenssen, twee jongedames die elkaar vonden in de wereld van mooie mensen, mode en fotografie. Laure is fotografe, Emmanuelle styliste & make-up. Wij mochten met hen samenwerken tijdens een shoot met Sylvie Kreusch, dus een babbel over hun werk was wel van toepassing.
Jullie werken ondertussen een jaar of vijf samen, hoe is dat begonnen?
Laure: “Ik had last-minute een styliste nodig voor een testshoot met een model die maar heel kort beschikbaar was. Ik was dus op zoek naar iemand om mee samen te werken en ik volgde Emma wel al eventjes op social media, ik heb haar toen een berichtje gestuurd en het klikte eigenlijk meteen. De week erna was ik terug op zoek naar een styliste voor een shoot in het buitenland en dan is Emmanuelle opnieuw meegegaan. Sindsdien doen we bijna 80% van onze jobs samen.”
Dat is uitzonderlijk in jullie branche toch, dat een fotografe en styliste zo vaak samenwerken?
Emmanuelle: “Ja, eigenlijk wel. Meestal stelt de klant zelf een team samen, waarbij je praktisch altijd met andere mensen samenwerkt. Wij zijn elkaars naam gewoon vaak beginnen vermelden bij klanten en zo meer en meer beginnen samenwerken.”
Laure: “Wij zijn heel vaak in het buitenland aan het werk, waardoor je dan automatisch meer bij elkaar bent, we delen vaak samen een kamer en zijn op zo’n momenten continu bij elkaar, waardoor je een band kweekt, vriendinnen wordt. Wij zijn altijd samen onderweg, vaak zonder privacy, maar zo groei je wel sneller naar elkaar toe.”
Emma: “We zijn echt gelukzakken en we mogen in onze handjes wrijven dat we zo veel mooie reizen mogen doen. We horen ook van klanten dat we zo goed op elkaar zijn ingespeeld en zo goed samenwerken, maar dat is natuurlijk omdat we zoveel samen onderweg zijn.”
Jullie stijl is dan ook heel typerend.
Emma: “Mensen weten vaak al dat een beeld van ons is, zonder dat ze onze naam er hebben bij zien staan. Dat vind ik een van de mooiste complimenten die er is, een eigen, herkenbare stijl hebben. En we willen daar ook trouw aan blijven. We krijgen soms aanvragen voor opdrachten die volledig niet binnen onze stijl liggen, maar die nemen we dan meestal ook niet aan.”
Laure: “Het is gewoon zo gek dat we compleet dezelfde smaak of visie hebben. Als we bijvoorbeeld op een casting zijn, halen wij er gegarandeerd altijd dezelfde modellen uit. We zoeken altijd een persoon met een edgy kantje, wij gaan meestal niet voor de klassieke modellen. Ook qua kledij of qua verhaal en concept: we weten waar we naartoe willen met iemand.”
Emma: “Het gebeurt vaak dat ik bijvoorbeeld aan het bladeren ben in een magazine of ergens iets tegenkom wat me inspireert en als ik dat dan doorstuur naar Laure, heeft zij dat bijna altijd ook al gezien. "Ik heb het al gepind op onze Pinterestpagina", zegt ze dan. (lacht)”
Laure: “Maar dat is ook een van de grootste verschillen met andere fotografes of stylistes. Wij denken heel vaak samen na over het concept, de styling, de locatie, zelfs bij de nabewerking van de foto’s is Emmanuelle betrokken. Iedereen heeft normaal een eigen vakje, een eigen job binnenin de opdracht, bij ons loopt dat heel vaak door elkaar. We doen elke stap in het proces, van concept bedenken tot de uitwerking, samen en dat is vrij uniek in onze sector.”
Emmanuelle: “Meestal zijn alle functies binnen een team erg afgebakend, iedereen doet zijn ding los van elkaar en vaak willen zowel de fotograaf, als de art director, stylisten en make-up artists hun handtekening nalaten in de foto. Dit gaat soms ten koste van het verhaal en kan voor spanningen zorgen. Wij werken samen in functie van het beeld, het geheel. We voelen elkaar hierin naadloos aan, zelfs zonder woorden.”
Zou je soms niet liever samenwerken onder één naam dan? Ik kan me voorstellen dat het meestal de fotografe is die de credits of naam krijgt en dat de styliste meestal een beetje op de achtergrond verdwijnt?
Emma: “Nee, daar lig ik helemaal niet van wakker. (lacht)”
Laure: “In onze branche is dat niet echt gangbaar, of zo. Maar ik weet wel dat ik op dit moment niet zou staan waar ik nu sta, zonder Emmanuelle. Voor mij is zij evenwaardig aan mijn deel van het verhaal.”
Emma: “Dat is bij mij helemaal hetzelfde. We hebben hard aan onze weg getimmerd en ik denk dat we samen enorm gegroeid zijn in ons werk de laatste jaren, daar ben ik ontzettend dankbaar voor.”
Laure: “Mensen omschrijven onze stijl vaak als poëtisch, emotioneel, vrouwelijk. Maar dat kan je alleen maar bereiken door met z’n twee te werken, als je in een intiemere setting aan het werk bent, is het model automatisch meer op zijn of haar gemak, bij een grotere groep valt dat compleet weg.”
Emma: “We voelen elkaar ook heel goed aan, als de een wat begint te stressen over iets, weet de ander perfect wat te doen om die te kalmeren.”
Laure: “Emma is daar héél goed in. Ook bij het model. Het eerste uur van de shoot zit het model vaak eerst bij Emma op de stoel en eens ze bij mij voor de lens komt, is ze al helemaal ontdooit. Zo vullen we elkaar ook weer goed aan, want ik ben daar minder goed in. (lacht)”
Emma: “Ik vind dat heel fijn om mensen op hun gemak te stellen, je zit op dat moment zo hard in hun comfortzone, zo dicht bij het gezicht, je moet ze vaak ook aanraken als je bezig bent met de make-up of de kleding. Je kan niet méér in mensen hun private space komen dan dat, maar ik maak die klik en geniet daar echt van. En als het model zich goed voelt, staat ze ook beter op beeld.”
Laure: “Ik hou er ook echt van om het model een beetje te laten afwachten, even te laten doen, net niét poseren. Die tussenmomenten probeer ik te vatten, die zijn het mooist. Emma begint dan vaak te praten als ze merkt dat ze niet helemaal op hun gemak zijn, of ze doet iets waardoor die stress een beetje gebroken wordt.”
Hoe verliep dat met Sylvie Kreusch?
Laure: “Sylvie is een heel interessante persoonlijkheid, iemand waarvan wij al vaak hadden gezegd: ‘Dat is een vrouw waarin wij een verhaal zien, waarmee we graag iets zouden samendoen.’ Ze is het gewoon om op een podium te staan hé, dus ze is heel beweeglijk. Dat maakt het wel leuker, zeker om die tussenmomenten vast te leggen.”
Emma: “Ja, zij past qua type ook wel echt in onze stijl, een beetje retro, niet klassiek. Ze is zelf ook erg bezig met mode en gelinkt aan modehuizen, ik had bij haar meteen enkele specifieke looks in mijn hoofd.”
Laure: “Het was heel leuk om met haar samen te werken, hopelijk zie je dat ook aan de beelden die we gemaakt hebben. (lacht)”
Sylvie Kreusch betovert de Cactusfestivalweide op zaterdag 9 juli. Info en tickets op Cactusfestival.be.
Tekst: Yumi Demeyere & DWS, Beeld: Laure Van Hijfte
Styling & beauty: Emmanuelle Bastiaenssen, Collage artist: Faldona Vande Velde
Uit BLVRD Magazine editie #28