Circusatelier Woesh zet in op circuslessen voor jongeren, maar wil zich ook meer en meer focussen op cursussen voor 18-plussers. In het weekend van 3 en 4 juni gooien ze de deuren open, de tuin wordt opengesteld als zomerbar en de docenten geven er korte demo’s in de verschillende disciplines. Wij hadden een gesprek met Manon en Charlotte, twee docentes over hoe ze bij Woesh terechtkwamen en waar hun ambitie ligt.
Laten we beginnen bij het begin, hoe zijn jullie in de circuswereld terechtgekomen?
Manon: “Op het moment dat ik samen met een vriend de ESAC in Brussel ontdekte, ging voor mij de circuswereld open. Ik deed toen al 15 jaar competitieturnen, en heb toen de overstap naar circus gemaakt. De ESAC host stages tijdens de zomermaanden waarvoor ik me inschreef, daarna deed ik auditie bij Codarts in Rotterdam en werd ik toegelaten tot de bachelor Circus Arts, waarin ik afstudeerde.”
Charlotte: “Ik ben als zesjarige gestart bij Woesh in de Vlieger in Oostende en ben er tot mijn twaalfde gebleven. Toen ik ging studeren in Gent, heb ik het circus weer opgepikt bij de Gentse circusschool Circusplaneet. Daarna ben ik aan het KASK film gaan studeren en begon ik de link tussen circus en film te zien. Ik ontdekte dat circus een grote invloed heeft op de manier waarop ik films maak.”
Dat is inderdaad een interessant gegeven, jullie werken allebei interdisciplinair. Charlotte, jij combineert film met circus en Manon, jij legt je toe op fotografie binnen de circuswereld. Een interessante mix.
Charlotte: “In film merkte ik al vroeg dat ik veel meer ‘in beweging’ denk dan in conversaties. Ook tijdens het schrijven van scenario’s merkte ik dat het ‘doen’ veel makkelijker kwam voor mij, dus zeker naar het einde van mijn studies toe, zag ik dat circus een grote rol speelt in mijn films. In die zin is het supertof dat ik nu bij Woesh kan werken en die evolutie verder kan ontwikkelen en onderzoeken.”
Manon: “Op dit moment fotografeer ik vooral compagnieën en theatergezelschappen, maar mijn interesse ligt veel breder dan enkel binnen de circuswereld. Sinds kort ga ik bands fotograferen, wat ik echt tof vind. Heel graag zou ik ook eens een vernissage doen, maar dat is voorlopig toekomstmuziek. Op de planning staat nu een promofilm voor Woesh die Charlotte en ik zullen maken. Dus ook hier vinden we elkaar en kunnen we samen ontdekken.”
Daarnaast zijn jullie allebei docent bij circusatelier Woesh. Hoe is dit zo gekomen?
Charlotte: “Ik heb de BIC-stage gevolgd, een cursus van Circuscentrum en Cirkus in Beweging. BIC staat voor Begeleider in de Circuskunsten. Enerzijds leer je enkele belangrijke circusvaardigheden, zoals acrobatie, evenwicht, jongleren, spel en theater. Anderzijds leer je deze vaardigheden over te brengen op kinderen, jongeren en volwassenen. Nu ik halftijds werk als docent bij Woesh, heb ik nog tijd over om me met mijn films bezig te houden. Win-win.”
Manon: “Ik heb geen pedagogische opleiding gevolgd, maar heb wel ervaring door les te geven bij het turnen en bij circus Rotjeknor in Rotterdam. Het feit dat ik uit de turnwereld kom, zorgt ervoor dat ik heel technisch gericht lesgeef. Techniek is heel belangrijk in turnen, en ik trok dat in het begin heel hard door tijdens mijn lessen. Misschien te hard. Maar ik heb me snel aangepast en mijn eigen manier gevonden.”
Charlotte: “Bij mij is het misschien het andere uiterste. Ik geef altijd de techniek mee, maar als iemand in de les zelf aan de slag gaat en iets anders uitvindt, denk ik: ‘Ook supertof.’ Creatief zijn en zelf dingen uitvinden en ontdekken vind ik heel belangrijk.”
Manon: “We hebben een heel diverse groep docenten bij Woesh. Iedereen heeft zijn eigen aanpak, ervaring, specialiteit en insteek en dat maakt het heel boeiend. We leren heel veel van elkaar en beïnvloeden elkaars werk.”
Wat vinden jullie belangrijk om onder de aandacht te brengen in de circuswereld?
Manon: “Ik wil graag het oubollige beeld dat mensen van circus hebben, wegwerken. Circus heeft niet meer de traditionele ‘Cirque du Soleil’-vibe van 20 jaar geleden, met dieren die kunstjes doen en clowns die flauwe grappen uithalen. Van die clichés moeten we echt afstappen. Je merkt dat dit in de hele community speelt. Veel vrienden van mij introduceren zich als ‘danser’ om niet constant te moeten uitleggen dat je als circusartiest niet alleen maar trucjes op een trapeze doet. Ik zeg vaak dat ik werk voor een theatergezelschap, niet omdat ik me niet wil uiten als circusartieste, maar ook omdat ik wat wij doen ook echt zie als een combinatie van allerlei disciplines die samen theater vormen.”
Charlotte: “Soms zorgt dit ook voor problemen bij de programmatie van cultuurcentra. Heel wat theaters programmeren geen ‘circus’ terwijl sommige producties zoveel meer zijn dan dat. We moeten dus op die nagel blijven kloppen. Mijn doel is om circus heel toegankelijk te maken voor iedereen, net om van die clichés af te geraken. Woesh is daar sowieso heel hard mee bezig, dat inspireert me enorm. We merken de laatste jaren een interesse in circus die er voordien niet of minder was, en volgens mij heeft dat daarmee te maken. Circus wordt meer en meer gezien als kunstvorm en minder als entertainment (waar ook helemaal niets mis mee is natuurlijk).”
Je zegt het al, Woesh zet heel hard in op ‘sociaal circus’. Wat is dit juist en hoe staan jullie hier tegenover?
Charlotte: “Voor mij gaat het erom dat we circus introduceren bij doelgroepen die op het eerste gezicht geen link hebben met circus. Onlangs deed ik een workshop in een kinderopvang, met ouders en hun baby’s en peuters. Baby’s liggen te kijken, en zijn gefascineerd door je mimiek bijvoorbeeld, met hen heb je een totaal andere interactie dan met peuters die prutsen met dingen of wegkruipen. Je moet inspelen op wat hun interesse wekt, en daarmee verdergaan.
Ook workshops met senioren zijn waanzinnig tof. We leren samen hoe je je bewust kunt worden van je lichaam, de manier waarop je staat, wandelt, of in contact staat met de persoon naast je. Alles rondom je wordt circusmateriaal: je eigen lichaam, je partner, de grond, de locatie en nog zoveel meer. De mogelijkheden zijn eindeloos.
Of met mensen die geen Nederlands spreken bijvoorbeeld, toch een manier vinden om met elkaar in contact te treden. Mensen met een beperking die zichzelf niet op een bepaalde manier kunnen uiten, toch uitdagen om zich op een andere - eventueel fysieke - manier te uiten. Dat is sociaal circus, en is zich de laatste jaren enorm aan het ontwikkelen.”
Manon: “Het is ook heel interessant om mensen uit andere disciplines aan te spreken. Een goede act staat niet per se gelijk aan een goede circusproductie. Er komt zoveel meer bij kijken. Techniek, licht, muziek, locatie, … Ook mensen die in deze werelden thuis zijn kunnen aangesproken worden door circus.”
Waar ligt jullie ambitie voor Woesh?
Manon: “Ik wil heel graag volwassenen betrekken bij de circuslessen. Ik vind lesgeven aan volwassenen heel tof, omdat ze echt gemotiveerd zijn om bij te leren. De droom is om te blijven groeien. In de mogelijkheid zijn om opleidingen aan te bieden aan studenten zou echt het summum zijn.”
Charlotte: “Het zou fijn zijn om een nog grotere circuscommunity uit te bouwen in West-Vlaanderen. Ik wil vooral inzetten op toegankelijkheid: de deuren opengooien, mensen uitnodigen om te komen kijken, mee te doen, … Duidelijk maken dat er geen specifieke kennis of ervaring nodig is om deel te worden van Woesh. Iedereen heeft wel een talent of interesse die een bijdrage kan leveren aan een community, je hoeft daarom geen circusartiest te zijn.”
Voor de lezers die volledig hyped zijn door dit interview, welk festival zou je ons aanraden om circus beter te leren kennen?
Manon: “Voor mij is Circusstad Festival in Rotterdam het toppunt van de circusfestivals. Het is spijtig genoeg net afgelopen, het vindt altijd plaats in de eerste week van mei. Dat festival bruist van energie, er treden ook heel veel Belgische gezelschappen op, er zijn muziekoptredens, de programmatie is elk jaar opnieuw fantastisch.”
Charlotte: “Voor mij is dat Miramiro in Gent en Theater op de Markt in Neerpelt. Ook UP-Festival in Brussel. Te veel om te kiezen eigenlijk. Lees gewoon het driemaandelijks Circusmagazine van Circuscentrum. Daarin staat alles wat je moet weten over de circuswereld in Vlaanderen en verder.”
Tekst: Paulien De Muynck, Beeld: Cato Crevits.
Uit BLVRD Magazine editie: #34.